Bijlage 1:

Rijksdienst ‘bovenop’ ontwikkeling Bartholomaeuskerk Beek

De Beekse parochianen hebben eind januari officieel afscheid genomen van hun grote rijksmonumentale Bartholomaeuskerk en wachten af wat de nieuwe eigenaar Ton Hendriks ermee gaat doen. Brouwerij of koffiebranderij zouden opties zijn. Wat vastgoedontwikkelaar Hendriks ook bedenkt, altijd zal hij voor een zwaarwegend advies te biecht moeten bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). “We zitten er kort op”, zegt adviseur Maurits van Putten.

De kerk zat vol, zaterdag 25 januari. Het was een ware hoogmis, met meerdere heren die samen met pastoor Rudo Franken de eredienst leidden; met het mannenkoor dat -soms samen met het gemend koor- de beste Gregoriaanse liederen liet horen en met parochianen die zo te horen nogal verdeeld waren over de verkoop. Het kerkbestuur zou te snel verkocht hebben, was te beluisteren; en misschien wel aan de verkeerde. De klokken die dankzij inzameling door de gemeenschap zijn gekocht, liet een ander weten, zouden moeten worden teruggegeven. De pastoor gaf aan dat de parochie slechts een maand gegund was om de exodus te regelen. Dat was eigenlijk te kort.

Aan het eind van de plechtigheid vertrokken de priesters met het ene na het andere geheiligde voorwerp zoals de kelk met hosties. Toch was de kerk  met deze rituele handelingen nog niet ”aan de eredienst onttrokken”‘. Toen de laatste aanwezige de kerkdeuren die zaterdagavond op de slot deed, was de kerk officieel zelfs nog ‘in functie’. Dat blijkt uit de reactie die het bisdom Den Bosch desgevraagd geeft. “Kerkrechtelijk is alleen het decreet van de bisschop nodig om een kerk aan de eredienst te onttrekken”, zegt Freek van Genugten, belast met liturgie en kerkelijke kunst. Bisschop Gerard de Korte heeft per decreet van 16 januari bepaald, dat het kerkgebouw ‘met altaren’ per 1 februari 2020 aan de eredienst wordt onttrokken. In overleg met het bisdom, vervolgt De Korte, geeft het parochiebestuur een bestemming aan goederen en kunstvoorwerpen in de kerk. Zie Decreet H Bartholomaeus Beek

Dornick

De grote vraag blijft vooralsnog, wat Dornick BV van Ton Hendriks voor ogen heeft met de gebouwen op de Kerkberg. Meervoud, want behalve de kerk vallen onder de aankoop ook de pastorie en het eetcafé De Witte waarvan de exploitanten inmiddels zijn gestopt. Ook valt het parkeerterrein tussen kerk en hotel/café Sous les Eglises onder de aankoop.

RCE-adviseur Architectuurhistorie Maurits van Putten van de Regio Noord-Oost heeft onlangs overlegd met de nieuwe eigenaar, het bisdom Den Bosch, de gemeente Berg en Dal, de Monumentencommissie, de verkopende partij Parochie Maria ten Hemelopneming en met het Catharijneconvent. Hij zit er, zogezegd, bovenop wat betreft de toekomst van de kerk. Van Putten wijst erop dat de nieuwe eigenaar voor het verbouwen of herbestemmen van de kerk een omgevingsvergunning nodig heeft. Daarnaast is een advies vereist van de RCE, de vroegere rijksdienst voor Monumentenzorg. “Als adviserende partij kunnen we dus geen harde eisen stellen. Wel kunnen we de gemeente adviseren om de omgevingsvergunning nìet te verlenen wanneer het plan in onze ogen het monument onevenredige schade toebrengt.”  De rode draad die de RCE hanteert is dat cultuur- en architectuurhistorische waarden ‘zo min mogelijk worden aangetast’ maar dat er toch een kansrijke herbestemming kan plaatsvinden. Soms betekent dat minimale wijzigingen van het object maar vaak ook meer rigoureuze ingrepen. Het streven is altijd om het monument zo goed mogelijk te behouden voor de toekomst door een kansrijke ontwikkeling toe te staan. Omdat Hendriks nog geen plannen heeft ingediend voor de ontwikkeling, kan Van Putten niet tot in detail op de Beekse situatie ingaan.

Verdienmodel

Bij de transactie tussen de Parochie Maria Ten Hemelopneming en Dornick BV heeft makelaar Reliplan steeds gezegd, dat de koper de mogelijkheid moest krijgen een verdienmodel op te zetten. Temeer omdat aan de koop ook de verplichting is verbonden om onderhoud en restauratie op peil te houden. Dat komt, naast de aankoopkosten van zo’n anderhalf miljoen euro, de komende jaren al snel neer op vele tonnen aan investeringen. Tegenover deze verplichting zou de koper gegund moeten worden om ook een rendement te halen uit die investering. Dat kan met het eetcafé en met de pastorie waarin nu een bed- and breakfast is gevestigd. Maar is nog een mogelijkheid: de kerktuin. Ook Van Putten ziet dat: “De kans bestaat inderdaad dat er in de tuin gebouwd wordt. Dat kan in theorie het aanzien van het monument aantasten.” De adviseur vindt dat de eigenaar zich in eerste instantie te houden heeft aan het bestemmingsplan en richtlijnen daarin ten aanzien van nieuwbouw. “De nieuwbouw kan echter ook bijdragen aan een betere instandhouding van het monument, de kerk, door nieuwe noodzakelijke functies als toiletten, een keuken enzovoort niet in de kerk te bouwen, maar juist daarbuiten in nieuwbouw.”

Lindsen-orgel

Wat vindt Van Putten van het rijksmonumentale Lindsen-orgel in de kerk? “Dat blijft in ongewijzigde staat in de kerk tijdens en na de herbestemming. Er zal geen toestemming komen om het orgel te verplaatsen. De nieuwe eigenaar kan en zal dan ook niets wijzigen aan het  orgel. Voor de rest is het voor Van Putten, net als voor Beek, afwachten met welke plannen Hendriks komt. De ontwikkelaar zelf reageert vooralsnog niet op vragen wat hij concreet gaat doen.

Korte beschrijving Bartholomaeuskerk Monumentnummer: 35784

Neoclassicistische hallenkerk uit 1825-1826 met Ionische zuilen en arcaden. Verbouwd tot een vierbeukige ruimte met zuilenrij in de as en exterieur in neorenaissancevormen met toren naast het koor door J. Kayser, 1891-1892.

Houten bovenbouw op de toren, geïnspireerd op de St. Stevenstoren in Nijmegen.

Na beschadiging in de laatste wereldoorlog is de kerk in 1952 weer driebeukig gemaakt en van een cassettenplafond voorzien.

Neobarok meubilair, uit andere kerken afkomstig: hoogaltaar afkomstig uit de voormalige R.K. kerk te Westerblokker; communiebank afkomstig uit de voormalige St. Willibrorduskerk te Den Haag; preekstoel, biechtstoelen, alles eerste helft 19e eeuw.

Orgel met Hoofdwerk en Onderwerk, in 1831 als eerste orgel gemaakt door H.D. Lindsen.

In 1973 door Verschueren Orgelbouw gerestaureerd en geplaatst in een vroeg 19e eeuwse kas, aangekocht van de fa. Schijven te Brussel. Een nieuw vrij Pedaal werd toegevoegd.

Tekst en Foto’s Henk Verhagen

Deel het op Social Media