Bijlage 1:

“HET ZIET HIER ZWART VAN DE WITTE LAKENS” Leuthse evacués vertellen

Door Jan van Eck. De jaren 2019 en 2020 staan in het teken van “75 jaar na dato” . Herdenkingen in verband met oorlog, evacuatie en bevrijding. In Leuth, het zwaarst getroffen dorp in de Duffelt, wordt in dit kader de evacuatie van oktober 1944 herdacht met de uitgave van het boek: Het ziet hier zwart van de witte lakens. Het is 17 september 1944, een prachtige zonnige nazomerse zondag. ‘Indian Summer’ zoals de Amerikanen dit noemen. Geronk in de verte. Dichterbij gekomen gevolgd door duizenden witte stipjes, die groter en groter worden. Parachutisten zijn het van de Amerikaanse 82ste Airborn divisie. Onderdeel van de operatie Market Garden. Onze bevrijders! “Nu is het nog maar een kwestie van twee dagen”, zegt mijn vader, naast wie ik als 8-jarig jongetje voor ons huis aan de Steenheuvel sta en getuige ben van dit prachtige schouwspel. Met ‘twee dagen’ doelt hij op de verwachte bevrijding. Hoe anders zal het lopen. De operatie mislukt en Leuth komt in de frontlinie te liggen. Al meteen na de landing vallen granaten op Leuth en worden de eerste boerderijen en woonhuizen getroffen. De inwoners vliegen in allerijl de kelder in. Er ontstaat een frontlijn dwars door het Cirkel van de Ooij, over het buurtschap Thornsche Molen en door de Erlecomse polder. Het lukt de Amerikanen niet deze frontlinie te doorbreken Zes weken lang zal deze beproeving duren. Dan geeft de plaatselijke Ortskommandant het bevel dat de inwoners van Leuth op 20 oktober het dorp moeten verlaten. Evacueren En zo gaat op die bewuste vroege vrijdagmorgen van 20 oktober een grote stoet vaders en moeder met hun kinderen & ouden van dagen op weg. Slechts datgene meenemend wat men kan dragen, of op ’n fiets, kinder- of kruiwagen. Tevoren zijn belangrijke spullen al verstopt in de grond. Waarheen voert ons deze tocht? Door de frontlinie kan niet, levensgevaarlijk; naar Duitsland mag niet. De enige ‘weg’ is over de Rijn in Millingen en dan verder trekken door nog bezet gebied naar een onbekende bestemming. Aangekomen op de Rijndijk in Millingen staan al honderden lotgenoten te wachten om met roeibootjes van de veerbazen te worden overgezet. Allen met een wit laken, het teken van vluchteling, boven zich dragend. Dit schouwspel overziende doet een van hen uitroepen: “Het ziet hier zwart van de witte lakens”. Het is een chaotische drukte bij de overzetlocatie. Toch wacht iedereen gelaten op zijn beurt. “Mijn oudere broers, de tweeling Bertus en Thé”, zo vertelt Jan Engelen (Thzn), “moesten zelf roeien. Driemaal hebben ze heen en weer geroeid, om ons hele gezin over te zetten”. De Gelderse Achterhoek en zelfs het verre Groningen, wordt de eindbestemming, zo zal blijken. “Laat de bekers maar op tafel staan” Oktober 2019, 75 jaar na dato, vertelt een groot aantal Leuths evacués – kinderen toen, (groot)ouders nu – hun herinneringen en ervaringen aan die evacuatietocht en aan hun verblijf elders. Moeder ten Westeneind uit de Bredestraat geeft haar kinderen ’s morgens eerst nog een beker melk, alvorens te vertrekken. “Laat de bekers maar op tafel staan”, zegt ze tegen de kinderen, “want vanavond zijn we weer thuis”. Aldus staat dochter Riet het vertrek noch helder voor de geest. Maar het zal meer dan zes maanden duren, alvorens Leuth wordt bevrijd. Na terugkeer in mei 1945, wacht een grote chaos. Het dorp gebombardeerd, geen huis onbeschadigd, de kelders vol water en het huis vol ‘slemp’ als gevolg van het opblazen van de dijken, waarna de polder als een badkuip vol loopt. Het boek, dat Jan van Eck heeft geschreven onder de hierboven vermelde titel herbergt vele verhalen. Verhalen om te worden verteld en gelezen. Indrukwekkende verhalen, over het verblijf elders, over dramatische gebeurtenissen, over ondervonden verdriet, dat nog steeds niet over is. Ook niet 75 jaar na dato. Onder de Leuthse evacués vallen slachtoffers, ook tijdens de evacuatie. Gevlucht voor het gevaar, naar een veilige haven, worden ze door de oorlog achtervolgt. Naast een groot aantal opgeschreven en uitgewerkte verhalen van geïnterviewde voormalige evacués, kon ook worden geput uit enkele dagboeken, welke in die periode zijn bijgehouden. Dat alles tesamen maakt het boek tot een waardevol monument, voor huidige en toekomstige generaties. Het boek is full color met harde kaft, telt 200 pagina’s en is uitgegeven door de Stichting Kwartier van Nijmegen. Dankzij de sponsoring van de gemeente Berg & Dal en van enkele subsponsors, bedraagt de verkoopprijs slechts € 10. Het is te koop op diverse verkoopadressen in de dorpen van de gemeente Berg en Dal. De familie Koos en Anna Wilting-Arts in hun kippenhok, dat gedurende zeven maanden hun evacuatieverblijf is geweest. Niet allen van het 13 kinderen tellende gezin staan op de foto. Het is 9 juni 1945, de dag van ‘repatriëring’. Omslag van het boek

Deel het op Social Media