De politiek in de gemeente Berg en Dal maakt momenteel keuzes op welke plaatsen in het landschap duurzame energie kan worden opgewekt. Waar kunnen zonnepanelen en windturbines komen te staan, is de vraag. Waarbij aangetekend dat de gemeente in elk geval de komende vier jaar niet aan windmolens begint.
Op een kaart (zie afbeelding) staan gebieden waar grootschalige zonnevelden kunnen worden aangelegd op land en water. Verder bevat de kaart allerlei parkeer- en bedrijfsterreinen waar overkappingen kunnen komen met zonnepanelen erop. Juist op dit moment gaat familiepark De Efteling ook tot zoiets over: daar komen op 23.000 vierkante meter parkeerterrein carports met een kap van zonne-panelen. Tenslotte sluit Berg en Dal ook grote oppervlakten (bij dorpen en in de natuur) uit voor ingrepen op energiegebied.
Stichting Monument en Landschap ziet deze ‘taboe-gebieden’ -zuidelijk van Leuth en westelijk van Ooij- echter niet als verboden terrein, maar veel meer als landschappen waar een dubbelslag kan worden geslagen. Daar kunnen boeren met zonnepanelen duurzame energie opwekken die hen de financiële ruimte biedt om zich ook met kleinschalige, duurzamere landbouw bezig te houden.
Met andere woorden: juist deze nieuwe bron van energie-inkomsten stelt agrariërs in staat ook kleinschaliger te gaan boeren. Dat kan uitmonden in de combinatie van mooie zonnevelden met voedseltuinen, struwelen/bosschages zoals die ook in het vroegere landschap voorkwamen, voedselbossen, dieren en klein fruit. Hiermee kan grootschalige landbouw zoals na de ruilverkaveling is ingetreden, een halt worden toegeroepen en kan het landschap worden hersteld naar de situatie van een eeuw geleden.
Intensieve bemesting zal dan niet langer nodig zijn, overmatig gebruik van bestrijdingsmiddelen evenmin. De natuur zal tot rust komen en meer te bieden hebben aan allerlei dieren. Dat is hoognodig, want de trieste werkelijkheid van dit moment is dat tachtig procent van de bijenstand is verdwenen. In Wehl -30 kilometer verwijderd van Berg en Dal- is te zien hoe een ondernemer op zijn land energie opwekt en er tegelijk schapen houdt.
Waarom neemt Stichting Monument en Landschap bewust deel aan de discussie over verduurzaming van dorp en landschap? Omdat er naar haar mening onterechte koudwatervrees bestaat over de komst van wind- en zonneparken. Die angst is niet nodig wanneer er optimaal maatwerk wordt geboden. Wanneer ze zorgvuldig in het landschap hun plek krijgen, kunnen er tegelijk struiken, lanen en heggen worden aangelegd die er nog tot in lengte van dagen zullen zijn.
Kortom: Stichting Monument en Landschap ziet het als positief en opbouwend wanneer nieuwe energievormen met bestaande agrarische of recreatieve bedrijfsvoering kunnen worden geïntegreerd. De stichting biedt graag haar expertise aan bestuur, politiek en initiatiefnemers aan.